Etherische Olie Patchouli
Gebruikt deel van plant: gedroogde bladeren.
Bron: Indonesië.
Extractiemethode: stoomdestillatie.
Patchouli-olie wordt gewonnen uit de Pogostemon-cablinplant van de muntfamilie en heeft een rijke musk-zoete, kruidige geur. De plant komt oorspronkelijk uit Maleisië en India, waar hij bekend staat als 'puchaput'. Het woord patchouli is afgeleid van het Tamil 'pachchai ilai' wat simpelweg 'groen blad' betekent. Patchouli-olie wordt gewonnen uit de jonge bladeren, die worden gedroogd en gefermenteerd voor stoomdestillatie. Deze olie verbetert zijn geur en kracht met de leeftijd. Het wordt zeer gewaardeerd bij huidverzorging, vooral bij littekengenezing.
In oosterse landen wordt patchoeli-olie gebruikt in potpourri's en zakjes tussen linnen en kleding voor de geur en om bedwantsen en insecten weg te houden. De olie zou een evenwichtig effect hebben op de emoties en een amoureuze sfeer creëren. Bij gebruik in een oliebrander verlicht het angst en depressie. Gebruikt in badwater, wordt aangenomen dat het helpt bij huid- en hoofdhuidklachten, schimmelinfecties, vochtretentie, cellulitis afbreekt en constipatie verlicht. Het heeft uitstekende weefselregenererende eigenschappen, versnelt de genezing en bestrijdt infecties. Zo helpt het bij acne, eczeem, huilende zweren, zweren en voetschimmel.
Het lijkt erop dat patchouli tussen Indiase kasjmieren sjaals werd geplaatst voordat deze naar het Victoriaanse Engeland werd gestuurd om de koopwaar tegen motten te beschermen. Zonder de kenmerkende geur van gedroogde patchoelibladeren konden de sjaals niet in Engeland worden verkocht. In Europa en Amerika waren patchoeli-olie en wierook in de jaren zestig en zeventig immens populair onder de hippies, aangezien de geur van patchoeli de lichaamsgeur bedekte en de geur van verbrande cannabis. Patchouli werd gebruikt als haarconditioner voor dreadlocks. In veel Aziatische landen wordt patchouli ook gebruikt als tegengif tegen een slangenbeet.